top of page

Wortelen op een plek die voedt

Schone lucht

Stille geluiden

Zachte bewegingen

Belevend stilstaan



Uitkijkpunt in Zweden
Kninnekulle, Zweden

Terug naar de natuur

De afgelopen weken hebben als gezin in de Zweedse bossen doorgebracht. Het was een experiment. Hoe zouden we ons fysiek en mentaal voelen als we naar een natuurlijke plek verkassen, terwijl we verder alles van ons persoonlijke leven meenemen?

 

We namen ons werk mee, onze dochter, onze zorgen, onze overlevingsstrategieën, onze dromen, onze hoop en wanhoop, ons genieten, onze angsten, onze telefoon als connectie met de sociale en geopolitieke buitenwereld en al het andere waar het normale dagelijkse leven mee gevuld is. Kortom, we leefden ons normale leven, maar dan in een andere omgeving.

 

In de bossen kan je niet weglopen van jezelf. Je kan je niet onbewust laten verzuipen in stadse snelheid, voorbij jagende motoren, stinkende smok, de druk van de prestatie en de input van iedereen die iemand zijn wil. In plaats daarvan word je teruggeworpen op alles wat je bij jezelf tegenkomt.

 

Zo ervoer ik op een diepere laag wat een gezondere wisselwerking tussen mijzelf en de omgeving met een mens kan doen. Waar ik de mogelijkheden van mijn brein en de emotionele gewaarwordingen in mijn lichaam vaak mijlen ver bij elkaar verwijderd voel (lees hierover het blog ‘Het accepteren van mijn Ferrari-motor’), vloeiden ze hier natuurlijk in elkaar over. Ik ervoer veel meer rust in mijn lijf, alleen omdat ik van omgeving was veranderd.

 

Als ik in de bossen naar buiten stap hoor ik niks anders dan natuurgeluiden. Het ruizen van de bomen, vogelgezang, de wind langs mijn oren. Ik ruik de dennenbomen en het opkomende groen. Ik zie vogels en zo veel insecten. Het bos krioelt van het leven. Van het een op het andere moment voel ik alle fysieke spanning die zich in mijn lijf heeft opbouwt, van mij afglijden. In de bossen kan ik haarfijn voelen welke stress ik oploop als reactie op gewaarwordingen en persoonlijke ervaringen en welke stress het gevolg is van een toxische omgeving. Hiermee bedoel ik een omgeving waar het menselijk lichaam helemaal niet voor gemaakt is: de herrie van voorbijschietend verkeer, stank van uitlaadgassen en vele technische bewegingen die ik tegenkom wanneer ik ons huis uitstap. De emotionele en cognitieve veelheid die ik gewend ben te doorleven, wordt in de bossen dragelijk en reguleerbaar, omdat ik me niet meer ten onder voel gaan aan sensorische overweldiging. Mijn lichaam hoeft niet chronisch in de overlevingsstand te verkeren om mezelf staande te houden. Hier ben ik deel van de natuur en dat is helend.

 

Deel van de natuur

Om te kunnen (over)leven moet er sprake zijn van een gezonde wisselwerking tussen de mens en de omgeving. Dit mes snijdt aan twee kanten. Enerzijds past de natuur zich aan aan de (veranderende) omgeving, aan de andere kant zoeken we naar omgevingen die passen bij de mogelijkheden die we hebben of die ons gevoel van veiligheid bevestigen. Wanneer die plek ons veiligheid biedt kunnen we genieten van de schoonheid van de omgeving. De veiligheid van een passende en voedende bodem is een bron voor schoonheid en contactverwondering. Net als de dieren en het groen, zoekt daarom ook de mens naar een plek die voedt en waar ze voor zo lang als het nodig was kan wortelen. Daarom gaan we op ontdekkingsreis wanneer we ons veilig voelen en vluchten we wanneer er onveiligheid is. We zoeken een baan waar we onze passie in kwijt kunnen en trekken ons terug om bij te komen na een dag werken. Lukt het niet om hierin balans te vinden, dan zorgt dat voor chronische stress.

 

De mens is gemaakt als deel van de natuur. Ik denk zeker dat we een andere positie in de natuur hebben dan al het andere leven – namelijk die van een zorgvuldige beheerder. Juist daarom denk ik niet dat we ervoor gemaakt zijn om zo te vervreemden van de natuur als we in Nederland zijn.


Vervreemd van de natuur

Ik vraag me ernstig af of we wel voldoende aandacht voor hebben voor de impact van onze directe leefomgeving op onze gezondheid. Aan de ene kant gaat er veel aandacht naar de impact van de omgeving, bijvoorbeeld als het gaat om het verveiligen van de omgeving en het uitsluiten van risico’s, zodat we onbezorgd kunnen genieten. Dit heeft ons veel gebracht, zoals betere hygiëne, veiliger verkeersomstandigheden en de mogelijkheid tot contact met anderen wanneer je er alleen op uit gaat. Aan de andere kant slaat dit zo ver door dat we niet meer bewust bezig zijn met de vraag of de omgeving die we hebben gecreëerd niet net zo schadelijk is voor onze gezondheid als gebrek aan hygiëne.

 

Door onze westerse leefstijl vol snelheid, prestatie, bewerkt voedsel, technologische ontwikkeling, sociale media en onbeperkt en onbegrensd contact met de hele wereld, lopen er in verhouding meer mensen dan ooit rond met chronische zieken, mentale problemen, stress en burn-out. Ja het klopt dat we ouder worden dan ooit, maar we worden vaak niet gezond oud. Sterker nog, we zijn zo vervreemd van de natuur en haar sensorische prikkels, dat we vrijwillig in een slaapkamer liggen waar bijvoorbeeld laagfrequent geluid van technische apparaten of installaties in de omgeving, je lichaam in een chronische staat van stress houdt. Op de lange termijn heeft ook dit psychische en fysieke klachten tot gevolg.

 

Begrijp me goed, ik ben niet tegen technologische ontwikkelingen – alhoewel de morele discussie van de menselijke vooruitgang voor een ander moment en een andere plek is. Dat neemt niet weg dat de consequenties van de technocratie waarin we leven enorm slecht voor onze fysieke en psychische gezondheid pijnlijk kunnen zijn. Het vraagt geen enorme denkstappen om te zien dat de leefomgeving die we hebben gecreëerd toxisch is. Ze maakt ons ziek, ze maakt onze relaties ziek, ze maakt de wereld ziek. Waarom hebben we er vrede mee dat we dit onszelf en de wereld om ons heen aandoen? Is de vervreemding van de natuur en de gehaastheid waarmee ons zenuwstelsel overspoeld wordt dan zo verslavend dan we er niet meer aan kunnen ontkomen?


Hopeloze natuur

Deze vraag – die teruggaan naar de aard van de mens – stel ik niet om er antwoord op te geven. Ik stel hem om mezelf alert te maken op wat we met de wereld doen. Want naast de klimaatcrisis die op ons afkomt – het ultieme voorbeeld van vervreemding van de natuur en gebrek aan zorgvuldig beheer van de schepping – helpen we onszelf ook om zeep. Het gaat daarbij niet alleen om onze eigen gezondheid, maar ook om die van onze kinderen en kleinkinderen. Willen we hier iets aan doen, dan moeten we terug naar onze natuurlijke wortels.


Wortelen in de natuur

De vervreemding van de natuur die ik beschrijf, is niet iets wat iedereen zo diep herkent. Er zijn genoeg mensen die zich juist op voelen bloeien in de drukte van de stad. Dat neemt niet weg dat we deel blijven van de natuur en dat wortelen in de natuur goed is voor ieders fysieke en mentale gezondheid. Het werkt bijvoorbeeld zo dat patiënten die uitkijken op een boom sneller herstellen van een operatie dan mensen die uitkijken op een muur. Daarnaast is wandelen in de natuur niet voor niks een basisrecept bij mentale klachten. De natuur doet ons bewust of onbewust beseffen dat we deel zijn van een groter geheel en dat geeft een gevoel van zingeving en voldoening. De natuur ís gewoon, dus wij mogen daar ook gewoon in zijn – zonder iets te hoeven worden of ergens aan te hoeven voldoen. De natuur vormt het contrast met de meritocratische en dat contrast hebben we nodig om staande te blijven in de heersende cultuur en deze cultuur te verzachten.

 

Wortelen in de natuur betekent zoeken naar een manier waarop je lichaam en geest zich optimaal kunnen aanpassen aan de omgeving die bij je past. Hoe dit eruit ziet verschilt per persoon – als mens verschillen we immers in onze overeenkomsten. Ik schrijf dit artikel om je nieuwsgierigheid aan te wakkeren over hoe de natuur dichter bij jouw leefomgeving kan komen en wat het je kan brengen. Hoe heerlijk zou het zijn als je zenuwstelsel tot diepere rust komt vanwege contact met de natuur. Het gevolg van die rust is dat je gemakkelijker levend in plaats van overlevend in contact kan treden met anderen. Dit maakt je relaties hechter, dieper en steviger. De natuur is van nature een verbinder, omdat ze doet beseffen dat alles in verbinding staat met elkaar. De ander is dan de potentie voor ontmoeting en verbinding, in plaats van een bron voor verschilangst.

 

Wanneer jij - vanuit welke rol of positie dan ook - de natuur dichter bij huis brengt, deel je de positieve effecten hiervan automatisch met anderen. De natuur doet immers niet aan kavelgrenzen. Bomen stoppen niet met zuurstof verspreiden wanneer ze het tuinhek bereiken, insecten kruipen onder stenen door en de geur van bloemen zweeft over muren heen. Door zelf te genieten van de rust van de natuur, deel je het met anderen.

 

De natuur biedt ons de mogelijkheid om te wortelen in iets

hogers,

groters

beters

dan onszelf.

Hoe mooi zou het zijn wanneer we elkaar hier weer in vinden.

Comments


bottom of page